Harm Hoeve bespeelt drie Jorisorgels op Hemelvaartsdag

Concerttickets zijn alleen op de dag zelf bij de kassa verkrijgbaar.

Het gebeurt niet vaak dat tijdens een orgelconcert in de Sint-Joriskerk in Amersfoort drie orgels worden bespeeld. Harm Hoeve doet het tijdens zijn concert op Hemelvaartsdag. Hij speelt een opgetogen programma met muziek van Bach, Beethoven, Johnson, Reger, Bédard, Gigout en eigen werk.

Hoeve begint zijn concert op het koororgel met het Concerto in G nach Herzog Johann Ernst von Sachsen-Weimar, BWV 592, van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Daarna blijft hij in het koor om op het kleine Metzler-positief de Sonatine in F van Ludwig van Beethoven (1770-1827) te spelen.

Op het hoofdorgel van Naber laat de concertgever uit Rouveen vervolgens de blijmoedige Trumpet Tune horen van de Amerikaanse componist David N. Johnson (1922-1987). Bijzonderheid is dat het stuk in een orkestbewerking is gespeeld bij de trouwerij een dochter van de Amerikaanse president Richard Nixon. Van Johann Sebastian Bach (1685-1750) speelt hij het Präludium und Fuge in g- moll, BWV 535 en vervolgens van Heinrich Nicolaus Gerber (1702-1775) de Inventio in C.

De Introduction und Passacaglia in d-Moll van Max Reger (1873-1916) is een monumentaal werk. Na een majestueuze opening openbaart zich fluisterzacht het thema van de passacaglia die steeds in klanksterkte toeneemt tot een daverend slot. Het is een werk dat het op het Naber-orgel goed zal doen.

Muziek van de Canadese componist Denis Bédard (geb. 1950) is populair in Nederland. Variations sur ‘Nous chanterons pour toi, Seigneur’ (Wij zullen voor U zingen, Heer) is een lied op de Geneefse melodie Psalm 134. Het is lichtvoetige muziek in een traditioneel idioom met hier en daar wat gekke akkoorden. Voordat Harm Hoeve (geb. 1964) afsluit met een koraalfinale, speelt hij de virtuoze Toccata van Eugène Gigout (1844-1925), een bekend en geliefd werk onder organisten en orgelliefhebbers.

Foto: Jaco van Leeuwen

Het Strubbe Orgelpositief

Op 20 april 2024 is het Strubbe-positief in de Sint-Joriskerk in gebruik genomen. Het orgel staat opgesteld in de koorsluiting van de noordelijke zijbeuk.

Het orgel is in 1977 gebouwd door orgelmaker Hendrik Strubbe (1925-1997) uit Vinkeveen voor de kerkzaal van (van oorsprong hervormde) verpleeghuis De Lichtenberg’ aan de Utrechtseweg in Amersfoort. Bij de oplevering had het vier stemmen, alle gedeeld in bas en discant. Toen enkele jaren later werd besloten het gebouw af te breken, heeft de diaconie van de Protestantse gemeente het orgel aan de SintJoriskerk geschonken.

In eigen beheer is het instrument in 2021 gedemonteerd, in de noordbeuk van de Joriskerk opgebouwd en in zogenoemd two-tone classic’ geschilderd. Voor kleuradvies is restauratieschilder Gerard de Jongh geraadpleegd. Hij heeft ook de logo’s en de gouden biezen op het orgelmeubel aangebracht. Ook zijn registeropschriften, snijwerk en registerknoppen nieuw gemaakt.

Om de bruikbaarheid te vergroten, is de Octaaf 1 opgeschoven tot een Quint 1 1/3’, waardoor enkele nieuwe pijpen moesten worden bijgemaakt. De herintonatie is verzorgd door orgelmaker Sander Booij. Om het gebruik ten opzichte van de drie andere orgels in de kerk te onderscheiden, heeft het instrument een middentoonstemming gekregen.

Holpijp 8’, 

Gedekte fluit 4’, 

Prestant 2’ en Quint 11/3’.  

Alle registers zijn gedeeld in bas en discant.

Het pedaal is met een koppel aangehangen.

Het Metzler Orgelpositief

Na de restauratie van de Sint-Joriskerk in 1967 blijkt in de Gerfkamer (een zijzaalvan de kerk waar vroeger de priester zich omkleedde) behoefte aan een klein kabinetorgel. Ook hierin voorziet de familie Pon door een klein verrijdbaar orgel te schenken. Het instrument is eveneens vervaardigd door de orgelbouwers Metzler & Söhne. De luiken van het orgel zijn beschilderd door kunstenaar Antonio Frasson (Luzern).

Het orgeltje staat de laatste tijd meestal in de koorruimte van de Joriskerk.

Dispositie
Gedackt 8′
Rohrflöte 4′
Principal 2′

Stemming:
Evenredig zwevend Toonhoogte: a’ = 437 hz.

Het Metzler Koororgel

Het koororgel, geschonken door de Amersfoortse auto-importeur Ben Pon, is in 1967gebouwd als eenklaviers orgel. De Zwitserse orgelmaker Metzler & Söhne bouwt het orgel naar ontwerp van medewerker Bernhardt Edskes (1940-2022). Het instrument krijgt een plaats in het zuidelijke zijschip van de Joriskerk, waar in verband met de restauratie van het gebouw een deel is afgeschot om kerkdiensten te kunnen houden. Daarna is naar zijn huidige plaats bij het oxaal gebracht.

In 2018/19 plaatst Bernhardt H. Edskes Orgelbau, Wohlen (Zwitserland) een Borstwerk met zes stemmen, waarvoor bij de bouw al ruimte was vrijgehouden. Het Borstwerk is zwelbaar via deurtjes die met de hand bediend kunnen worden. In 2022 breidt Edskes het orgel opnieuw uit met vier pedaalregisters.

Hoofdmanuaal:

Quintade 16′
Prinzipal 8′
Hohlflöte 8′
Octave 4′
Rohrflöte 4′
Quinte 3′
Octave 2′
Mixtur IV sterk
Trompete 8′

Borstwerk:

Gedackt 8′
Flöte 4′
Gemshorn 2′
Quinte 1 1/3′ (B/D)
Tertz 1 3/5′ (B/D)
Dulzian 8′ (B/D)

Pedaal:

Untersatz 16′
Subbaß 16′
Gedackt 8′
Octave 4′
Fagot 16′

Koppelingen- en speelhulp:

Ped – Hoofdwerk
Ped- Borstwerk
Manuaal koppel
Tremulant

Het Naber Hoofdorgel

Carl Friedrich August Naber (1797-1861) bouwt in 1844 een nieuw drieklaviers orgel voor de Sint-Joriskerk in Amersfoort. Het is het grootste instrument uit zijn oeuvre. Hij plaatst het instrument op het gotische oxaal aan de oostkant van de kerk. Hij gebruikt bij de bouw vijf registers uit het vorige orgel van de kerk, een werkstuk van Pieter Gerritsz. uit 1551, waarin zich ook pijpen bevinden van Van Hagerbeer uit 1636.

Vanaf 1903 heeft J. de Koff het Naber-orgel in onderhoud. Hij vervangt op het Rugwerk de Dulciaan door een Echotrompet 8’. Op het Bovenwerk vervangt hij de Quintadeen  en Sifflet1’ door een Vioolprestant 8’ en een Voix Céleste 8’. In 1970 begint hij een grote restauratievan het orgel. In het kader van de kerkrestauratie krijgt het instrument een plek aan de andere kant van de kerk, op een nieuw platform. De Koff, die tijdens de restauratie failliet gaat,herstelt de oorspronkelijke dispositie. Daarbij krijgt het Rugwerk een Naber-Dulciaan uit 1953, afkomstig uit Vriezenveen. Flentrop voltooit de restauratie in 1972. In 1995 restaureert Flentrop het orgel opnieuw en voert in de jaren daarna intonatiecorrecties uit aan de tongwerken van het orgel. In 2012 krijgt het orgel een grote schoonmaakbeurt en wordt het opnieuw geschilderd.

Hoofdwerk [II] C – f3
Prestant 16′
Bourdon 16′
Prestant 8′ *
Holpijp 8′
Octaaf 4′ *
Openfluit 4′
Quint 3′ *
Octaaf 2′
Mixtuur 4-6 st.
Scherp 3-4 st.
Cornet D 5 st.
Fagot 16′
Trompet 8′

Rugwerk [I] C – f3
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Holfluit 4′
Woudfluit 2′
Sexquialter 2 st. *
Mixtuur 3-5 st.
Dulciaan 8′

Bovenwerk [III] C – f3
Prestant 8′ *
Holpijp 8′ *
Quintadena 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′ *
Fluit 4′ *
Nasard 3′
Gemshoorn 2′
Flageolet 1′
Hoboe 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Pedaal C – f1
Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Octaaf 4′
Bazuin 16′
Trompet 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Koppelingen:
Hoofdwerk – Rugwerk
Hoofdwerk – Bovenwerk
Rugwerk – Hoofdwerk (1995)
Pedaal –Hoofdwerk
Pedaal – Rugwerk (1900)

Hoofdwerk [II] C – f3
Prestant 16′
Bourdon 16′
Prestant 8′ *
Holpijp 8′
Octaaf 4′ *
Openfluit 4′
Quint 3′ *
Octaaf 2′
Mixtuur 4-6 st.
Scherp 3-4 st.
Cornet D 5 st.
Fagot 16′
Trompet 8′

Rugwerk [I] C – f3
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Holfluit 4′
Woudfluit 2′
Sexquialter 2 st. *
Mixtuur 3-5 st.
Dulciaan 8′

Bovenwerk [III] C – f3
Prestant 8′ *
Holpijp 8′ *
Quintadena 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′ *
Fluit 4′ *
Nasard 3′
Gemshoorn 2′
Flageolet 1′
Hoboe 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Pedaal C – f1
Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Octaaf 4′
Bazuin 16′
Trompet 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Koppelingen:
Hoofdwerk – Rugwerk
Hoofdwerk – Bovenwerk
Rugwerk – Hoofdwerk (1995)
Pedaal –Hoofdwerk
Pedaal – Rugwerk (1900)