Menu

Geerten van de Wetering – Canto Ostinato

Simeon ten Holt (1923 – 2012)
Canto Ostinato (1979)

Canto Ostinato is een tonale compositie van variabele lengte voor toetsinstrumenten van de Nederlandse componist Simeon ten Holt (1923-2012). Het stuk werd gecomponeerd tussen 1973 en 1976 onder de naam Perpetuum. Een paar maanden voor de eerste uitvoering werd de titel Canto Ostinato gekozen. Canto (cantate) verwijst naar de melodie of een kort muzikaal motief; Ostinato verwijst naar herhaling. De première van het stuk werd uitgevoerd op 25 april 1979 in de Ruïnekerk te Bergen (Noord-Holland). Canto Ostinato wordt gerekend tot de minimalistische muziek. Ten Holt schreef het stuk nadat hij was gestopt met het serialisme. Het werk is al spelend op het klavier ontstaan en hij duidde de opbouw liever aan als de ontwikkeling van een genetische code. De componist creëerde meer dan honderd losse korte secties in bes mineur van enkele maten. Uiteindelijk was het componist Andries Hubers die de secties samenvoegde tot een partituur. Daarna bewerkte Ten Holt de partituur nog vaak zodat er uiteindelijk meerdere versies van het stuk ontstonden.

De partituur van Canto Ostinato heeft één hoofdpartij, aangegeven met accolades. Deze vormt de basis van het stuk en zo is het ook door één pianist te spelen. Onder de hoofdpartij is een extra partij voor de linkerhand en boven de hoofdpartij zijn twee partijen voor de rechterhand. Door de verschillende variaties kunnen de spelers kiezen. Ten Holt gaf veel vrijheid aan de uitvoerenden: het aanleggen van de accenten, welke secties ze wilden spelen, hoe ze omgingen met herhalingen. De partituur diende meer als een schets te worden benaderd dan als een voorschrift. Daarentegen hebben de verschillende secties vaste plekken in de progressie van het stuk die niet verwisseld kunnen worden zonder de melodie te breken. Ten Holt was ook duidelijk in het aan te houden tempo en stond afwijzend tegenover improviseren in de zin van eigenhandig toevoegen van noten.
De speelduur kan variëren van zestig minuten tot enkele uren. Over de lengte van de uitvoeringen zegt Ten Holt in zijn memoires: “Ook de veronderstelling van hoe-langer-hoe-beter is een vergissing als de spanning tussen twee tijdpunten ontbreekt en er niet meer klinkt dan zinloze herhaling van hetzelfde”.

Geerten van de Wetering (1985) is organist van de Kloosterkerk in Den Haag. Met het in 2021 opgerichte Podium21 initieert hij grensverleggende programma’s rond het orgel in combinatie met andere kunstdisciplines, zoals met film, video-art, theater of dans, die een breed publiek weten te bereiken. Hedendaagse muziek en improvisatie vormen een belangrijk onderdeel van zijn werkzaamheden. In 2018 won Geerten het Internationaal Improvisatieconcours Haarlem, eerder was hij finalist bij improvisatieconcoursen in Schlägl (O) en Westfalen (D). Hij werkte mee aan tientallen premières van nieuwe werken, zowel solo als in ensembleverband, van o.a. Guus Janssen, Leonard Evers, Kate Moore, Klaas de Vries en Oene van Geel. Hij is als organist verbonden aan het Herz Ensemble en de Residentie Bach Ensembles, waarmee hij o.a. de maandelijkse Bachcantatediensten in de Haagse Kloosterkerk uitvoert. Geerten concerteert in binnen- en buitenland en werkt geregeld mee aan radio- en CD-opnames. CD’s waarop zijn spel te horen is werden in de pers enthousiast ontvangen. Ook componeert hij; recent zijn enkele werken van hem uitgegeven.
Geerten studeerde orgel en improvisatie bij Jos van der Kooy en kerkmuziek en koordirectie bij Theo Goedhart aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Tevens studeerde hij politicologie aan de Universiteit Leiden. Na het behalen van zijn mastergraad orgel volgde hij een postgraduale aan de Universität der Musik in Wenen bij Roman Summereder (20e eeuwse muziek) en Peter Planyavsky (improvisatie). Daarnaast ontving hij lessen van Ansgar Wallenhorst (improvisatie) en Wiecher Mandemaker (koordirectie).

Foto: Jaco van Leeuwen

Het Strubbe Orgelpositief

Op 20 april 2024 is het Strubbe-positief in de Sint-Joriskerk in gebruik genomen. Het orgel staat opgesteld in de koorsluiting van de noordelijke zijbeuk.

Het orgel is in 1977 gebouwd door orgelmaker Hendrik Strubbe (1925-1997) uit Vinkeveen voor de kerkzaal van (van oorsprong hervormde) verpleeghuis De Lichtenberg’ aan de Utrechtseweg in Amersfoort. Bij de oplevering had het vier stemmen, alle gedeeld in bas en discant. Toen enkele jaren later werd besloten het gebouw af te breken, heeft de diaconie van de Protestantse gemeente het orgel aan de SintJoriskerk geschonken.

In eigen beheer is het instrument in 2021 gedemonteerd, in de noordbeuk van de Joriskerk opgebouwd en in zogenoemd two-tone classic’ geschilderd. Voor kleuradvies is restauratieschilder Gerard de Jongh geraadpleegd. Hij heeft ook de logo’s en de gouden biezen op het orgelmeubel aangebracht. Ook zijn registeropschriften, snijwerk en registerknoppen nieuw gemaakt.

Om de bruikbaarheid te vergroten, is de Octaaf 1 opgeschoven tot een Quint 1 1/3’, waardoor enkele nieuwe pijpen moesten worden bijgemaakt. De herintonatie is verzorgd door orgelmaker Sander Booij. Om het gebruik ten opzichte van de drie andere orgels in de kerk te onderscheiden, heeft het instrument een middentoonstemming gekregen.

Holpijp 8’, 

Gedekte fluit 4’, 

Prestant 2’ en Quint 11/3’.  

Alle registers zijn gedeeld in bas en discant.

Het pedaal is met een koppel aangehangen.

Het Metzler Orgelpositief

Na de restauratie van de Sint-Joriskerk in 1967 blijkt in de Gerfkamer (een zijzaalvan de kerk waar vroeger de priester zich omkleedde) behoefte aan een klein kabinetorgel. Ook hierin voorziet de familie Pon door een klein verrijdbaar orgel te schenken. Het instrument is eveneens vervaardigd door de orgelbouwers Metzler & Söhne. De luiken van het orgel zijn beschilderd door kunstenaar Antonio Frasson (Luzern).

Het orgeltje staat de laatste tijd meestal in de koorruimte van de Joriskerk.

Dispositie
Gedackt 8′
Rohrflöte 4′
Principal 2′

Stemming:
Evenredig zwevend Toonhoogte: a’ = 437 hz.

Het Metzler Koororgel

Het koororgel, geschonken door de Amersfoortse auto-importeur Ben Pon, is in 1967gebouwd als eenklaviers orgel. De Zwitserse orgelmaker Metzler & Söhne bouwt het orgel naar ontwerp van medewerker Bernhardt Edskes (1940-2022). Het instrument krijgt een plaats in het zuidelijke zijschip van de Joriskerk, waar in verband met de restauratie van het gebouw een deel is afgeschot om kerkdiensten te kunnen houden. Daarna is naar zijn huidige plaats bij het oxaal gebracht.

In 2018/19 plaatst Bernhardt H. Edskes Orgelbau, Wohlen (Zwitserland) een Borstwerk met zes stemmen, waarvoor bij de bouw al ruimte was vrijgehouden. Het Borstwerk is zwelbaar via deurtjes die met de hand bediend kunnen worden. In 2022 breidt Edskes het orgel opnieuw uit met vier pedaalregisters.

Hoofdmanuaal:

Quintade 16′
Prinzipal 8′
Hohlflöte 8′
Octave 4′
Rohrflöte 4′
Quinte 3′
Octave 2′
Mixtur IV sterk
Trompete 8′

Borstwerk:

Gedackt 8′
Flöte 4′
Gemshorn 2′
Quinte 1 1/3′ (B/D)
Tertz 1 3/5′ (B/D)
Dulzian 8′ (B/D)

Pedaal:

Untersatz 16′
Subbaß 16′
Gedackt 8′
Octave 4′
Fagot 16′

Koppelingen- en speelhulp:

Ped – Hoofdwerk
Ped- Borstwerk
Manuaal koppel
Tremulant

Het Naber Hoofdorgel

Carl Friedrich August Naber (1797-1861) bouwt in 1844 een nieuw drieklaviers orgel voor de Sint-Joriskerk in Amersfoort. Het is het grootste instrument uit zijn oeuvre. Hij plaatst het instrument op het gotische oxaal aan de oostkant van de kerk. Hij gebruikt bij de bouw vijf registers uit het vorige orgel van de kerk, een werkstuk van Pieter Gerritsz. uit 1551, waarin zich ook pijpen bevinden van Van Hagerbeer uit 1636.

Vanaf 1903 heeft J. de Koff het Naber-orgel in onderhoud. Hij vervangt op het Rugwerk de Dulciaan door een Echotrompet 8’. Op het Bovenwerk vervangt hij de Quintadeen  en Sifflet1’ door een Vioolprestant 8’ en een Voix Céleste 8’. In 1970 begint hij een grote restauratievan het orgel. In het kader van de kerkrestauratie krijgt het instrument een plek aan de andere kant van de kerk, op een nieuw platform. De Koff, die tijdens de restauratie failliet gaat,herstelt de oorspronkelijke dispositie. Daarbij krijgt het Rugwerk een Naber-Dulciaan uit 1953, afkomstig uit Vriezenveen. Flentrop voltooit de restauratie in 1972. In 1995 restaureert Flentrop het orgel opnieuw en voert in de jaren daarna intonatiecorrecties uit aan de tongwerken van het orgel. In 2012 krijgt het orgel een grote schoonmaakbeurt en wordt het opnieuw geschilderd.

Hoofdwerk [II] C – f3
Prestant 16′
Bourdon 16′
Prestant 8′ *
Holpijp 8′
Octaaf 4′ *
Openfluit 4′
Quint 3′ *
Octaaf 2′
Mixtuur 4-6 st.
Scherp 3-4 st.
Cornet D 5 st.
Fagot 16′
Trompet 8′

Rugwerk [I] C – f3
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Holfluit 4′
Woudfluit 2′
Sexquialter 2 st. *
Mixtuur 3-5 st.
Dulciaan 8′

Bovenwerk [III] C – f3
Prestant 8′ *
Holpijp 8′ *
Quintadena 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′ *
Fluit 4′ *
Nasard 3′
Gemshoorn 2′
Flageolet 1′
Hoboe 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Pedaal C – f1
Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Octaaf 4′
Bazuin 16′
Trompet 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Koppelingen:
Hoofdwerk – Rugwerk
Hoofdwerk – Bovenwerk
Rugwerk – Hoofdwerk (1995)
Pedaal –Hoofdwerk
Pedaal – Rugwerk (1900)

Hoofdwerk [II] C – f3
Prestant 16′
Bourdon 16′
Prestant 8′ *
Holpijp 8′
Octaaf 4′ *
Openfluit 4′
Quint 3′ *
Octaaf 2′
Mixtuur 4-6 st.
Scherp 3-4 st.
Cornet D 5 st.
Fagot 16′
Trompet 8′

Rugwerk [I] C – f3
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Bourdon 8′
Octaaf 4′
Holfluit 4′
Woudfluit 2′
Sexquialter 2 st. *
Mixtuur 3-5 st.
Dulciaan 8′

Bovenwerk [III] C – f3
Prestant 8′ *
Holpijp 8′ *
Quintadena 8′
Viola di Gamba 8′
Octaaf 4′ *
Fluit 4′ *
Nasard 3′
Gemshoorn 2′
Flageolet 1′
Hoboe 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Pedaal C – f1
Prestant 16′
Subbas 16′
Octaaf 8′
Octaaf 4′
Bazuin 16′
Trompet 8′
Vox humana 8′
Tremulant

Koppelingen:
Hoofdwerk – Rugwerk
Hoofdwerk – Bovenwerk
Rugwerk – Hoofdwerk (1995)
Pedaal –Hoofdwerk
Pedaal – Rugwerk (1900)